donderdag 12 november 2015

Flashen

Vanaf nu is de blog bij. De tweede paragraaf is iets dat ik aan de ene kant geweldig gaaf vind om te schrijven en aan de andere kant geweldig lastig. Want ik weet mijn ervaring, ik weet mijn gevoel, maar hoe veel sterker is reëel? Hoe extreem kan zo'n Flash, een paniekaanval, zijn? Ik weet het niet. Dit is hoe ik verwacht dat het ervaren kan worden.

"De Ranger." hij kijkt haar aan. Het is voor het eerst dat hij haar echt ruimer ziet als puur de onruststoker, de demonstrant. Kick de Demonstrant noemt ze zichzelf en zo staat ze ook in de dossiers, maar hij weet ook dat dit nu gaat veranderen. Want hij had gekeken wie er achter de blog zat, ene Anouk Ranger. Maar verder zoeken leverde vrijwel geen informatie op. Ze stond geregistreerd in Detroit (en daar zijn ze op het moment ook), maar er werd geen inkomstenbron anders dan het bloggen en de deviantart (zo werden de schetsen verkocht) aangegeven.

Ze zwijgt, ze voelt hoe haar anonimiteit voor haar ogen wordt weggeslagen. Haar mond trekt droog en de hoeveelheid politie is opeens overweldigend, in de verte blaft een hond. Ze ziet weer hoe de politie haar insluit en probeert te arresteren. Ze wil niet, ze verzet zich, ze mag niet, ze mag niet terug, ze mag niet terug naar intern, ze mag niet terug naar de interne inrichting, ze mag niet terug naar de interne inrichting met medicatie, ze mag niet terug naar de interne inrichting met kalmerende medicatie, ze mag niet terug naar de interne inrichting met gekmakende kalmerende medicatie, een hond blaft in de verte en ze wordt geduwd. Ze mag niet, ze mag niet terug, ze mag niet terug naar de zusters, ze mag niet terug naar de vriendelijk zusters, ze mag niet terug naar de vriendelijke zusters die haar hielpen, ze mag niet terug naar de vriendelijke zusters die haar probeerden te helpen, ze mag niet terug een hond blaft in de verte en ze wordt geduwd, de blaffen zijn dichterbij aan het komen, ze wordt geduwd en haar gezicht wordt nat, de blaffen, de blaffen, ze verlegt haar aandacht naar de blaffen, de blaffen zijn dichtbij en ze kijkt om, het is Duke, Duke springt tegen haar op, beheerst en blaft met regelmaat, Duke is het, als Duke het is, is zij het. Is het haar hoofd, is het niet nu. Is het in het verleden, het is goed nu, het is Duke. Duke zal haar beschermen. Het is goed... Het is goed. 't is goed. Haar hartslag zakt weer, Duke gaat strak tegen haar aan zitten en drukt zijn kop tegen haar handen. Even zijn alleen zij nog maar samen en ze weet dat Duke haar zal beschermen. Dan dringt heel voorzichtig de werkelijkheid weer tot haar door. De agent staat nog altijd op dezelfde plek, zijn houding ontspannen, zijn blik is zacht, zijn hartslag laag.

"Het is goed, jij mag het tempo aangeven." Ze ziet aan hem dat hij de waarheid spreekt en zijn rust kalmeert haar nog wat verder. Een collega van hem komt naar hen toe, ze drukt Duke nog wat meer tegen haar aan terwijl ze zich focust op haar ademhaling.
"Ik loop wel even naar hem toe, dan ben ik zo terug." ze knikt terughoudend. Rustig loopt hij weg, pas als er wat extra ruimte tussen haar en hem zit vergroot en versterkt hij zijn pas. Ze zakt door haar hurken terwijl ze één arm om Duke heeft ter mentale ondersteuning. Ze focust zich op zijn hartslag, deze is 61 slagen per minuut en omdat haar hartslag op het moment hoger is, sluit ze haar ogen en begint ze haar hartslag gelijk te laten komen met de zijne. Ze legt daar haar volledige focus op, waarmee de buitenwereld voor haar verdwijnt. Minuten tikken voorbij, alle prikkels anders dan haar en zijn hartslag en de connectie tussen hen filtert ze. Ze laat alles los, alles gaan, totdat zowel zijn als haar hartslag gedaald is tot 58 slagen per minuut.
De kerktoren slaat twee keer. Hij dringt tot  haar door en ze beseft dat het tijd is om weer terug te keren naar de werkelijkheid. Haar hartslag is terug kalm en ze opent rustig haar zicht wat. Op 8 meter afstand staat de agent, ze weet zeker dat ze hem al eerder in het zicht gehad heeft, maar kan zich nog altijd geen specifieke situatie voor de geest halen. Hij staat er ontspannen, zijn blik is wel richting haar gericht, maar niet specifiek op haar gericht en zijn hartslag is rustig, zijn cortisolniveau is laag. Hij heeft geen stress, niet van het incident, niet van haar, niet van het wachten. Het geeft haar vertrouwen.
Als haar zicht tot 18 meter is uitgebreid, opent ze voorzichtig haar ogen terwijl ze haar blik op de grond gericht heeft. Dan richt ze stukje bij beetje haar hoofd op en als ze eenmaal haar hoofd rechtop heeft, gaat ze rustig terug rechtop staan. Ze heeft de flash weer losgelaten en ze knikt naar de agent. Hij loopt rustig naar haar toe.
"Mijn naam is Richard." zegt hij terwijl hij rustig zijn hand uit steekt. Er is iets veranderd bij hem, ze kan het niet helemaal plaatsen maar het is positief.
"Anouk." antwoordt ze, terwijl de klank even in haar mond blijft liggen. Het is lang geleden dat ze zich met haar geboortenaam heeft voorgesteld. Maar het is goed, zelfs al vindt ze het niks, ze weet dat het goed is en kan zich er bij ontspannen. Duke geeft haar wat meer ruimte, ook hij vindt blijkbaar dat ze voldoende ontspannen is geraakt.
"Het is 2 uur, ik heb alle tijd. Wat wil je, interesse om alsnog een bakkie te doen in het café?" het is een open vraag. Hij is eigenlijk verbijsterd dat ze in is gegaan op zijn voorstellen en haar eigen naam heeft genoemd. Tot dan toe was het van hem een gok geweest, een steeds sterker wordend vermoeden, maar nu was het definitief. Zij heeft het nu bevestigd en ze lijkt niet te worden afgeschrikt door zijn vraag. Tot nu toe vindt hij haar nog behoorlijk lastig inschatten, want ze lijkt best wel te willen en tegelijkertijd schrikt ze van alles. Het is gedrag dat duidelijk afwijkt van hoe ze is op het veld.
"Ik lust nog wel een kopje thee. Maar er staat nog erg veel van uw volk buiten." ze is blijkbaar inderdaad geïnteresseerd, maar de angst overwint het nog. Hij besluit het over een andere boeg te gooien terwijl zijn collega's de laatste zaken afronden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten