maandag 16 november 2015

De muur uitbreken

"Als ik weer bijkom voelt mijn lichaam anders, verward. Het is nog wel wat slap, maar al veel minder dan eerst. Maar de emoties zijn nu wel aanwezig, ze volgen alleen niet de gedachten. Alle emoties razen door elkaar: angst, blijdschap, woede, afschuwing, verdriet, verbazing, angst. Ik ben weer in een andere ruimte, deze ruimte herken ik wel, het is een cel. Nog steeds heb ik geen zicht en opeens hoor ik de deur van het slot gehaald worden. Ik schiet rechtop en spring naast mijn bed. Met moeite weet ik mijzelf staande te houden als de deur open gaat en er staan 2 agenten. Ik word aangesproken maar merk dat ik moeite heb mijn aandacht bij het gesprek te houden. Dan stapt er één offensief naar mij toe en ik wil direct de aanval ingaan, maar mijn lichaam reageert vertraagd. Hij deinst wat terug en ik zet de aanval niet door. De ander begint weer tegen mij in te praten, antwoorden uit te lokken, maar de tekst dringt maar beperkt tot mij door en van antwoorden is sowieso geen sprake. Opeens besef ik me iets, waar is Blind Eye? De agenten staan voor de vrijwel gesloten deur dus dat is geen optie, maar ik moet haar gaan zoeken, ik moet weg daar! Ik focus me op de meest waarschijnlijke manier naar buiten. De muur tegenover de deur. Dan vlieg ik die aan. De agenten aarzelen even als ik de muur aanvlieg maar proberen dan in te grijpen. Ze worden offensief en dus vlieg ik hen aan. Dan blijkt de deur vrij te zijn en probeer ik hem open te duwen maar het gaat niet. Met grof geweld beuk, schop en sla ik tegen de deur maar hij blijkt minder mee te geven dan de muur dus ik ga toch weer voor de muur. De agenten staan tegen de zijwand aan, ik negeer ze en begin furieus de muur te rammen. Ik moet weg, ik moet naar haar toe. Ik moet! Op een keer zijn de agenten weg. Ik heb ze niet vertrekken maar ze waren weg en de deur is dicht. Mijn handen bloeden en een teen is gebroken maar ik ga door, ik moet Blind Eye zoeken.
Opeens word ik tegen de muur gedrukt. Wat doet dat en hoe komt het binnen? IK heb geen deuren gehoord en mijn zicht is nog altijd afwezig. Het zijn schilden, besef ik me. Met twee schilden word ik tegen de muur gehouden. Ik probeer me te verzetten maar het lukte niet. Met mijn hoofd kan ik nog wat bewegen en dus sla ik ermee heen en weer proberend wat meer ruimte te creeëren. Dat ik daarmee ook tegen de muur sla interesseert me niet, ik merk het niet eens. Mijn hoofd wordt even naar achteren gehouden als ik weer ermee probeer te slaan en er wordt iets tussen mijn hoofd en de muur geschoven. Daarna drukken ze mijn hoofd er tegen aan, het is een beetje zacht. Ik probeer me nog altijd te verzetten maar de beweging met mijn hoofd is beperkt en ook mijn lichaam kan eigenlijk niet echt bewegen. Hoe lang het duurt weet ik niet maar opeens voel ik een hand vastgepakt worden. De druk wordt iets van het schild bij die hand afgehaald, maar zelfs het kleine beetje verschil is al te veel. Ik duw mijzelf zijwaarts en draai me een klein beetje zodat ik mijn voet tegen de muur kan zetten en me kan lanceren. De schilden klappen tegen de muur aan.
Er staat een broeder naar me te kijken, ontspannen, nonoffensief. De deur is open. De deur is open! Een andere broeder staat vlakbij de deur en hij ziet me kijken. In het moment dat ik erheen wil duiken springt hij er ook voor, naar achteren gebogen en met zijn handen en voeten tegen de deurpost aan beide zijden. Hij is non-offensief en dus kan ik niet door hem heen. Ik brul tegen hem en begin de deurpost en de muur naast de deurpost te slaan te schoppen. Hij wordt lijkbleek maar blijft moedig de deurpost vasthouden, hij blijft nog altijd non-offensief. Dan voel ik van achteren een arm om mijn nek geslagen worden. Ik val stil, heel even. Dan ga ik verder met de deurpost en de muur aanvallen, de arm wordt aangespannen. Nog enkele seconden ga ik door, daarna, niets meer."
Ze kijkt naar haar knokkels en haar vingergewrichten. Ze zijn beschadigd en misvormd door de slijtage en het vele littekenweefsel. Het was toen de eerste keer, maar zeker niet de laatste keer dat ze via de muur weg probeerde te komen. Haar handen laten er de sporen van zien.
"Als ik weer bij kom lig ik met mijn buik op de grond, een kussentje onder mijn hoofd en mijn armen in een gespreidde houding. Mijn benen zijn gekruist en omhoog naar mijn rug gevouwen, op het kruispunt wordt druk uitgeoefend. Mijn armen worden bij mijn schouders en net onder mijn ellebogen geblokkeerd, mijn hoofd wordt zijwaarts tegen het kussentje aangedrukt. Er wordt een naald in mijn arm geschoven en ik probeer me te verzetten. Er wordt tegen me gepraat maar het dringt niet tot me door wat ze zeggen. Waar is Blind Eye? Ik wil naar Blind Eye toe. De tranen lopen over mijn wangen en ik voel de vechtlust uit me zakken. Ik word nog altijd gefixeerd, maar er is rust in de ruimte. Er is geen stress meer behalve die van mij. Mijn zicht keert een klein beetje terug en ik heb zicht op hoe de mannen en vrouw mij vasthouden. Ze zijn ingespannen, maar niet meer boos. Er is geen agressie en eigenlijk zelfs geen offensieve houding meer. Het is een feitelijke houding, er wordt gewerkt vanuit rust. Een broeder vangt mijn blik, het zijn zijn woorden die tot me door dringen 'alles komt goed meis, we gaan je helpen. Alles komt goed.' zijn woorden zijn de waarheid, hij gelooft er stellig in en ik klamp me eraan vast.
'Amanda, mijn meisje, Amanda' fluister ik. Terwijl de kalmerende middelen mijn geest steeds leger maken. 'Is Blind Eye je dochtertje?' vraagt de broeder en ik probeer te knikken. 'waar is ze?' vraagt hij en de desolatie in mijn ogen wordt direct zichtbaar. 'ik weet het niet' piep ik, de tranen rollen uit mijn ooghoeken 'ik weet het niet' fluister ik nogmaals, de medicatie drukt de emotie weer weg, mijn blik gaat blank, mijn zicht is weg. 'we gaan je helpen meis. Het komt goed.' het is de broeder, zijn woord is waarheid, ik klamp me eraan vast. Dan voel ik hoe de medicatie het laatste stukje van me meeneemt en ik sluit mijn ogen."

Geen opmerkingen:

Een reactie posten