maandag 16 november 2015

De desolatie

"Ik werd wakker en ik wist dat het mis was. Ik was niet thuis en Blind Eye was nergens te bekennen. Waar was ik en waar was zij? Eigenlijk wist ik het wel, The Great Spirit, haar god als het ware, had zijn krachten weer laten zien en ik kon alleen maar bidden dat hij Blind Eye veilig bij haar pleegouders had gelaten en dat Spock bij haar mocht blijven. Ik zou het mogelijk nooit te weten komen en de eerste twee dagen was ik volledig van het padje af. Maar op den duur moet je eten en ik ben een winkelcentrum ingegaan. Ik was baldadig, ruziezoekend, verdwaald in mijn hoofd en nadat ik wat te eten had gekocht kreeg ik net buiten de winkel mot met iemand. Het zou op een potje knokken uitgelopen zijn als de politie niet voortijdig ingreep en ik was in staat om ze aan te vliegen maar toch, toch deed ik het niet. Politie zijn werklui, ze doen hun werk en dat geef je ze mee. Ze splitste ons op en lieten ons met onze ruggen naar elkaar toe praten, ieder tegen een andere agent. Opeens draait mijn tegenstander zich om en doordat ik nog steeds met mijn hoofd grotendeels bij Blind Eye ben reageer ik vertraagd. Hij krijgt de kans me een vuist tegen mijn kaak te geven als ik bezig ben om te draaien en een fractie van een seconde heb ik mijzelf nodig om daarvan bij te komen, maar sneller dan de agenten en dan hij verwacht haal ik keihard uit met mijn voet. Ik schop hem dusdanig hard dat hij tegen de wand aan vliegt en daar in elkaar zakt. De agent die met hem stond te praten springt er direct voor en de ander raakt me aan om me af te leiden, maar op dat moment ben ik niet meer voor rede vatbaar. Ik zie geen agenten meer, geen redelijkheid, geen afleiding. Ik zie tegenstanders en een ieder die me vanaf dat moment offensief benaderd wordt keihard aangevallen. De agenten moeten alle zeilen bijzetten om henzelf veilig te stellen en pepperspray lijkt niets te doen. Het brandt wel, maar ik doe mijn ogen dicht en zet mijn zicht in. Mijn longen negeer ik. Het was allemaal met een soort van sisser afgelopen als het politiebureau niet om de hoek had gezeten. Op het moment dat mijn tegenstanders niet langer offensief zijn, zijn het geen waardige tegenstanders meer. Het gevecht moet altijd van twee kanten komen.
De agenten waren achteruit rechtop aan het krabbelen toen de versterking kwam en versterking komt altijd offensief. Ik had nieuwe tegenstanders en ging er weer vol in. De wapenstokken werden ingezet maar er zat geen rem meer op me. Op een bepaald moment raakt de ene agent me met een wapenstok op mijn kuit zodat hij een ijsbeen veroorzaakt terwijl ik een andere agent die me wil sprayen raak en ik door de klap op mijn kuit mijn mond open doe terwijl ik een kreet geef en de andere agent door mijn aanval lager sprayt en mij dus vol in mijn bakkes sprayt. Ik raak in gigantische hoestbui terwijl mijn ene been even geen gewicht kan dragen en ze kunnen mij eindelijk overmeesteren. Handen en voeten gekluisterd hebben ze me snel naar het politiebureau verplaatst terwijl ik aan het vechten was om adem te halen. Eenmaal daar was de ambulance ook snel ter plaatse. Er werd een infuus aangesloten en ik heb zuurstof met iets gekregen en langzaam aan ging het met mijn longen steeds beter, maar in mijn hoofd was het mis. Nu ik niet al mijn aandacht meer bij mijn longen moest hebben vocht ik als een leeuw om mijzelf te bevrijden en terwijl ze me met 4 man onder controle hielden werd er iets bij het infuus gedaan. Ik herinner me daarna alleen nog maar vage vlekken en krachtsverlies voordat het licht helemaal uit ging." Kick kijkt wat verwonderd naar haar hand terwijl ze hem een aantal keer opent en sluit, de agent en de veteraan kijken met open mond naar haar en ook de barman staat met aandacht te luisteren terwijl hij een tafel in de buurt schoon aan het maken is die al volledig schoon is. Er zijn geen andere gasten meer. Wanneer ze zwijgt beseffen de twee mannen dat hun mond open is en ze sluiten hem, die beweging brengt Kick weer terug naar de werkelijkheid en met zachte treurige ogen kijkt ze hen aan, dan gaat ze verder.
"Als ik wakker word voel ik dat alle emoties vaag zijn, alles is verzwakt. Ik heb andere kleding aan dan toen ik out ging. Mijn spieren zijn gigantisch zuur en mijn ogen branden, de kamer waar ik in lig is simpel ingericht en het is er warm. De deur naar de gang is dicht. Ik probeer zicht te krijgen of de deur op slot zit maar dat gaat niet. Waarom gaat dat niet? Ik voel onrust in mijn lichaam, maar voel tegelijkertijd hoe het onderdrukt wordt. Ik probeer op te staan maar mijn lichaam wil niet erg mee werken. Het is zwak, niet alleen maar zuur. De spieren willen zich nauwelijks aanspannen en door mijn linkerkuit gaat een pijnscheut als ik hem wil verplaatsen. Pijn, daar, dat was ook zo, ik vraag me af hoe het met mijn tegenstanders gaat. Dan besef ik dat ik nog niet aan Blind Eye gedacht heb, dat ze heel even uit mijn gedachten was verdwenen en de pijn raakt me door de medicatie heen. Ik dwing mijn lichaam op te staan, ik moet weg, ik moet weg, ik moet weg! Ik kom bij de deur terwijl ik mijzelf tot het uiterste dwing om rechtop te blijven staan. De deur zit op slot en ik zak door mijn knieƫn heen. De medicatie wint het weer van de emotie en mijn gedachten worden zachter. Letterlijk zachter. Ik geef voor nu het gevecht op en zak in een gedachteloos gat, mijn lichaam compleet versleten van de inspanning van het naar de deur lopen. Als de deur open gaat reageer ik niet eens. Ik word opgevangen als ik omval omdat ik geen steun meer heb aan de deur en word rustig op mijn zij gelegd. Even later word ik door twee personen op bed gelegd. Er wordt tegen me gepraat, maar de woorden dringen niet tot me door. Ik ben kapot."
Opnieuw zwijgt Kick. Waar ze op eerdere moment nog zweeg omdat de herinnering zelf zo pijnlijk was, zwijgt ze nu omdat de herinnering stilvalt. De blankheid die de medicatie de eerste dag veroorzaakte was overweldigend. Alles werd naar de achtergrond geschoven, er was niets meer.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten